Nieuw sproeisysteem voor bevetten plaat- en bandmateriaal
Kenmerken
- Plaatsingsdatum 22-11-2012
Bericht
F. Hoffmann in Zwijndrecht introduceert een sproeisysteem voor industriële bevetting van plaat- en bandmateriaal. Het is ontwikkeld en wordt geproduceerd door Eckardt Umformtechnik uit Duitsland.
Het product is samengesteld uit een sproeikamer met sproeikoppen en drukvat voor smeermiddel, besturing en afzuiginrichting voor de olienevel. In de sproeikamer bevinden zich twee sproeilijsten met elk acht sproeikoppen met onderlinge afstanden van circa 100 mm. Het te bevetten plaatmateriaal heeft een maximale breedte van 800 mm en een maximale dikte van 6 mm.
Bij het opbrengen van grote hoeveelheden olie en een fijne verstuivingsgraad kan de toepassing van een olienevelafzuiging nodig zijn. Aan de sproeikamer kan met behulp van een flexibele slang een mechanische filtereenheid worden aangesloten. Dit veroorzaakt in de sproeikamer een onderdruk, zodat geen olienevel uit de kamer naar buiten kan komen.
Voor de afzuiging wordt een centrifugaalafscheider toegepast. Dit is een aerosolafscheider, waarin de afscheiding van de vloeistofdeeltjes 'dynamisch', door verwerveling, wordt gerealiseerd. De olienevel wordt door de ventilator van het apparaat in de daarin roterende trommel gezogen. Daar worden de druppels verwerveld, vormen grotere druppels en stoten tegen de met een rubberbekleding uitgevoerde trommel. Deze bekleding wordt vochtig en slingert, wanneer voldoende nat geworden, de druppels door een geperforeerde metalen wand tegen de binnenwand. Daar wordt de vloeistof in een opvanggoot verzameld en stroomt door een tubelure weg. De teruggestroomde vloeistof kan in de sproeikamer worden gevoerd of in een apart reservoir worden opgevangen. De gereinigde lucht treedt aan de bovenzijde van het apparaat door een kunststof vlies naar buiten.
Tijdens de doorvoer van het plaatmateriaal wordt het medium in banen dan wel over het gehele oppervlak van de band of plaat opgebracht. De gesloten sproeikamer heeft alleen aan de in- en uitloopzijde doorgangssleuven. Deze zijn afgesloten met borstellijsten, zodat slechts een minimale hoeveelheid olienevel naar buiten kan treden. De sproeikoppen zijn aangebracht in een lijst tegen de boven- en een lijst tegen de onderzijde van de sproeikamer. De sproeikoppen zijn optimaal op het doorvoerniveau van het plaatmateriaal afgesteld.
Het huis van de sproeikamer dient tevens als olieopvangbak, die het afdruipende en het langs de plaatranden gesproeide medium veilig opvangt. De resterende olie wordt door een slang uit de kamer gevoerd en kan in een afzonderlijk reservoir worden opgevangen. De viscositeit van het op te brengen medium bedraagt circa 60–70 mm2/s, de op te brengen hoeveelheid 1 tot 4 g/m2. De druk van het medium is 0,5 – 3,0 bar en de sproeiluchtdruk 0,5 – 2,0 bar.
De sproeikoppen zijn zodanig uitgevoerd, dat het te versproeien medium met lucht wordt vermengd en uit de sproeikoppen als nevel naar buiten treedt. De kop is voorzien van een naald, die al naar gelang de stand ervan de doorsnede van de afvoeropening en daardoor de doorstroomhoeveelheid verandert. De sproeikop bestaat naast het eigenlijke lichaam, uit het mondstuk met naald en de luchtkap (voor vlakke straal) met wartelring. Per aansluiting is de toevoer van het sproeimedium, de sproeilucht en de besturingslucht mogelijk.
De sproei-olie wordt aangeleverd via een drukvat met een inhoud van 10 liter. Het niveau wordt bewaakt door een vlotterschakelaar. Het reservoir is met de besturing op een fundatieplaat gemonteerd. Het voorraadreservoir wordt met behulp van perslucht bevoorraad. Door handmatige verandering van de druk middels een drukregelaar, wordt de laagdikte van de op te brengen hoeveelheid olie bepaald.
Met behulp van een fijnfilter wordt de sproei-olie gefilterd. De verstuivingsgraad van het op te brengen medium kan door veranderen van de druk van de sproeilucht worden beïnvloed. Handmatig wordt de verstuivingsgraad met een drukregelaar ingesteld.
De toe te passen sproeierkoppen worden door middel van een kogelkraan bijgeschakeld. Voor de machine- en tijdafhankelijke sturing van de sproeikamer wordt het elektronisch gestuurde doseersysteem DOS-LOGO-S toegepast.
Door een benaderingsschakelaar wordt de cyclus van de machine gecontroleerd. Op het display wordt de inschakelduur van de sproeierkoppen weergegeven. De impulsingang van de pers of de voeding kan als het startpunt aan de voeding worden aangepast.
Een in het reservoir ingebouwde vlotterschakelaar geeft bij het bereiken van het reserveniveau een optisch signaal op het display van de besturing. De resterende hoeveelheid in het reservoir bedraagt dan circa 10%. Dit signaal kan door de besturing ook aan een externe besturing worden weergegeven. Als het reservoir weer wordt gevuld, gaat het signaal bij het niveau 'Vol' uit.